Aan de Egmonderstraatweg in Egmond aan den Hoef staat, achter huisnummer 12 en goed zichtbaar vanaf het voormalige kermisterrein, een grote betonnen kolos. Het betreft hier een in opdracht van de Duitse bezetter gebouwde bunker uit de Tweede Wereldoorlog. Velen kennen de bunker wel maar niet de exacte functie die deze had. De bunker is een zogenaamde “Kabelschaltstelle” (een verdeelstation van telefoonkabels). Het vormde een schakelpunt in het uitgebreide Duitse verbindingsnetwerk tussen het achterland en de kuststrook. Als onderdeel van de zogenaamde Atlantikwall werden direct aan de kust en in het duingebied vele bunkers, alleen of in groepen (zogenaamde Widerstandsnesten of Stützpunkte) gebouwd. Direct aan de kust en in het duingebied werden deze bunkers en andere belangrijke locaties door middel van telefoonkabels met elkaar verbonden.
Op diverse plaatsen in de duinen kan men deze kabels vandaag de dag nog tegenkomen. De telefoonlijnen in een bepaalde sector kwamen bijeen in een “Kabelschaltstelle” zoals die in Egmond aan de Hoef. Soortgelijke bunkers staan nog langs de Herenweg in Egmond-Binnen en in de tuin van PWN kantoor Fochteloo in Castricum. Op hun beurt werden de kabels vanuit deze bunkers weer verbonden met nog verder in het achterland (o.a. in Schagen , Schoorldam, bij het ziekenhuis in Alkmaar en in Castricum) gelegen bunkers van het type R616, “Gross Schaltstelle” ( R = Regelbaut ). Aldus ontstond een communicatienetwerk waarmee de hogere commandanten in het binnenland bevelen naar de kust konden doorgeven en de troepen aan de kust op hun beurt verzoeken en waarnemingen aan de hoofdkwartieren in het binnenland doorgaven.
Omdat de verbindingsbunkers van vitaal belang waren, werden deze vaak naast of tussen reeds bestaande bebouwing geplaatst. De Duitsers hoopten hiermee aanvallen op deze bunkers te voorkomen omdat de geallieerden niet onnodig slachtoffers onder de burgerbevolking zouden willen maken. Ook de bunker in Egmond aan den Hoef werd naast een bestaand huis (Jagershof) gebouwd. Uiteraard gebeurde dit zonder bouwvergunning en inspraakprocedure, De eigenaren van de betreffende percelen konden weinig inbrengen tegen de (voorgenomen) bouw.
Hoewel de bunker er van buiten imposant uitziet, is de binnenruimte maar klein. Deze telefoonbunkers hadden hadden gezien het vitale belang muren met een dikte van 1.30 – 1.40 meter zodat binnenin slechts een kleine ruimte van enkele vierkante meters overbleef. In de bunker waren schakelkasten gemonteerd die goed beschermd moesten worden. In de bunker zelf waren geen militairen gelegerd maar hij werd wel bewaakt in verband met mogelijke sabotage door het verzet. De toegang tot de bunker werd afgesloten met een dikke stalen deur welke nog steeds aanwezig is. Het binnenste van de bunker kon via een klein trappetje met drie treden worden betreden.
De min of meer standaard Kabelschaltstelle heeft de onder helft van een pantserdeur type 434P01 als toegang. Afhankelijk van de bodemgesteldheid en de grondwaterstand komen de kabels uit de vloer of laag via de zijwanden naar binnen. In het dak zit een doorvoer voor ventilatie of een bunkerkachel. De binnenafmetingen bedragen 3 x 2.5 x 1.9 meter. Alle kabelbunkers hadden aan de buitenzijde een aansluitkastje voor 2 aderige veldkabel, zodat tijdelijk of langer geplaatste (veld)eenheden, snel op het kabelnet konden worden aangesloten. De bunker was een standaardontwerp zodat exact bekend was hoeveel staal, beton en manuren benodigd waren. Wie de bunker in Egmond aan den Hoef heeft gebouwd is (nog) niet bekend maar meestal gebeurde dit door de Organisatie Todt, het op militaire leest geschoeide Duitse bouwbedrijf. Vaak werden ook lokale aannemers, al dan niet gedwongen, ingeschakeld bij de bouw van de bunkers.