Zondag, 14 februari, zijn er bijzondere overblijfselen uit de Tweede Wereldoorlog letterlijk boven water gekomen. Tussen Egmond-Binnen en Castricum kwamen 27 voormalige Tetraëders tevoorschijn. Dit gebeurde door de uitzonderlijk lage waterstand en Oostenwind. Tetraëders zijn versperringen die in oorlogstijd in groten getale op het strand stonden. Tetraëder betekend viervlak. Het is dus een piramide met vier vlakken. In oorlogstijd samengesteld met zes balken van ieder 120 kilo. Het is een zeer sterke constructie en bedoelt om landingsvaartuigen op het strand tegen te houden. Soms werd bovenop deze versperring een mijn geplaatst. De Tetraëders werden vervolgens op de laagwaterlijn geplaatst. Hierdoor waren ze bij hoogwater volledig onder water verdwenen. De Duitsers gingen er namelijk vanuit dat een geallieerde invasie zou plaats vinden bij hoogwater. Dan was de afstand van de zee tot de veilige duinenrij immers het kortst. Wat gebeurde er echter op 6 juni 1944, D-Day, de soldaten landen bij laagwater. De geallieerden wisten dat ze door al deze versperringen geen schijn van kans zouden maken en kozen voor de minst slechte optie. Na de oorlog werden de versperringen voor de badplaatsen opgeruimd. Tussen de badplaatsen in bleven deze, na het verwijderen van de mijnen, gewoon staan en zakten langzaam weg in het zand en de vergetelheid. De PWN heeft er nog een tiental bewaard en gebruikt als wegwijzer op de fietspaden in het duin.